Betty Alink

De voorwerpen op het schilderij zijn van de Ier O'Brady die met de ene voet in de Ierse mythen en sagen stond (konijnenpootje) en met de andere in het Rooms Katholieke geloof (bijbel). Tijdens de Eerste wereldoorlog heeft hij in de Krim gevochten waar hij het bovenste koperen kannetje van een Russische Samovar vond (koperen kannetje). Hij nam het mee want hij vond het mooi en je wist toch ook niet waar het ooit goed voor was. Tijdens deze oorlog raakte O'Brady gewond en een kameraad van hem verbond hem tijdelijk met de zakdoek die hij bij zich had (zakdoek). Na terugkomst ging hij bij zijn vader in de timmermanswerkplaats aan de slag (beitel). Ondanks dat de wond wel genezen was, bleef O'Brady er last van hebben. Gesteund door zijn geloof in God en wonderen, is hij op bedevaart vertrokken naar Jeruzalem. Om verder onheil te voorkomen, kreeg hij van zijn zus een konijnenpootje mee. In de stoffige straten van Jeruzalem kwam hij een Egyptische souvenir verkoper tegen waar hij lang mee heeft zitten praten. Als geschenk kreeg hij het kattenbeeldje mee. Pas later kwam O'Brady er achter dat het hier om de Egyptische god Bastet ging. Het beeldje heeft altijd in een nis bij zijn bed gestaan. Betty Alink